There’s No Such Thing as Waste! Circular Economy in the Early Modern Netherlands

Afval bestaat niet!
De circulaire economie in de vroegmoderne Nederlanden

Jaarcongres Vlaams-Nederlandse Vereniging voor Nieuwe Geschiedenis

29 oktober 2021

In samenwerking met de Vrije Universiteit, het Environmental Humanities Center en CLUE+

De Nederlandse en Vlaamse overheden willen naar een circulaire economie in 2050 (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/circulaire-economie; https://vlaanderen- circulair.be/nl). Dat voornemen vormt een goede aanleiding om te onderzoeken hoe circulair de steden en de landbouw eigenlijk waren vóór de industrialisatie. Hoe was het hergebruik van afval en restproducten geregeld? Wat was de waarde van oud papier, textiel, bouwmaterialen of mest, en wat deed men ermee? In hoeverre kan ook worden gesproken van een andere cultuur en appreciatie rond afval en tweedehands materiaal?

Tijdens het Jaarcongres 2021 zullen de sprekers niet alleen het ‘hoe’ uit de doeken doen van recyclage en hergebruik, maar vooral ook het ‘waarom’. Dat wil zeggen: wat maakte recycleren profijtelijk? En welke economische, sociale, politieke en culturele condities moeten worden meegenomen om dergelijke praktijken te begrijpen en te verklaren?

PROGRAMMA

10.30u 11.00u 11.30u

12.00u 12.15u 13.15u

Ontvangst met thee en koffie
Opening door Dries Raeymaekers (voorzitter VNVNG) en jaarvergadering

Joppe van Driel (Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions) – Hoe kunnen historici bijdragen aan oplossingen voor de klimaatcrisis?

Discussie Lunch

Ranjith Jayasena (Monumenten en Archeologie, Gemeente Amsterdam) Amsterdam gebouwd op afval

13.45u

14.15u 14.30u 15.00u

15.30u

16.00u 16.15u 16.35u

LOCATIE

Heidi Deneweth en Ine Wouters (Vrije Universiteit Brussel)
Bouwstoffen of afvalstoffen? Hergebruik van bouwmaterialen in het verleden

Discussie Thee en koffie

Pieter De Graef (Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij)
Van platteland naar stad en terug… Een circulaire economie van voedsel en mest? Casus: de Vlaamse landbouw, 18e eeuw

René Lugtigheid (Universiteit van Amsterdam)
Van aardse stof tot hemels lof: een opvallend hergebruik van achttiende-eeuwse zijden stoffen

Discussie
Afsluitende reflectie door Petra van Dam (Vrije Universiteit Amsterdam)

Sluiting en Borrel

Het jaarcongres vindt plaats aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, op wandelafstand van station Amsterdam-Zuid.

Adres:
VU HOOFDGEBOUW De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

REGISTRATIE

De kostprijs voor deelname aan het Jaarcongres bedraagt 25 EUR (studenten betalen 15 EUR). U kunt zich inschrijven via https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLScljUs5Q_KWhfZjgdevkEwBMnV- CMh3h6IWTgYXqiJs2JVXZg/viewform. U ontvangt na inschrijving t.z.t. een betaalverzoek per email. Momenteel is het de bedoeling dat het congres fysiek in de Vrije Universiteit Amsterdam zal plaatsvinden. Mocht dit vanwege coronamaatregelen toch niet haalbaar blijken, dan houden we u op de hoogte.

ABSTRACTS

Joppe van Driel Hoe kunnen historici bijdragen aan oplossingen voor de klimaatcrisis? Het vraagteken is hier belangrijk: Joppe van Driel, historicus gepromoveerd op hergebruik van afvalstoffen in de 18e en 19e eeuw en thans werkzaam als ontwikkelaar voor ‘de circulaire stad’ bij het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, zal vanuit zijn eigen ervaringen reflecteren op deze vraag, maar de vraag ook aan de aanwezige historici stellen, om hier samen over na te denken. Het gaat dan nadrukkelijk niet alleen over het soort inhoudelijke inzichten dat historici te bieden hebben, maar ook over vorm, doelgroep en het soort onderzoek en samenwerkingsverbanden waarin je als onderzoeker werkt.

René Lugtigheid Van aardse stof tot hemels lof: een opvallend hergebruik van achttiende- eeuwse zijden stoffen
Kleding werd in de Nieuwe Tijd vermaakt, gekeerd, gerepareerd en versteld. Niet het maakloon maar het materiaal was duur! Als kleding al niet tot op de draad versleten gedragen werd, dan werd het wel verkocht of verpand. In de zeventiende en achttiende eeuw was oudkleerkoper een gerespecteerd beroep waarin goed geld te verdienen viel. De rijken droegen bij voorkeur kleding van zijde. Dit exotische en luxe materiaal onderscheidde hen van de gewone burgerij. Zijden japonnen werden jaren achtereen gedragen en vervolgens nagelaten aan familieleden, maar kwamen ook terecht op boedelveilingen. Dat deze kleding tweedehands veel op kon brengen valt op te maken uit veilingcatalogi. De zijden stoffen behielden decennialang hun waarde door hun goede kwaliteit en kostbare materiaal. De lezing gaat in op dit circulaire gebruik van kleding en zal laten zien hoe het tweede gebruik ons inzicht geeft in de belevingswereld van vermogende katholieke vrouwen.

Pieter De Graef Van platteland naar stad en terug… Een circulaire economie van voedsel en mest? Casus: de Vlaamse landbouw, 18e eeuw
Alternatieve oplossingen om (milieu)problemen in de voedselproductie te helpen oplossen, gaan vaak uit van het hergebruik van stedelijk organische afval als meststof in de landbouw. Het idee past in het principe van een kringlooplandbouw om nutriëntencycli tussen stad en platteland te sluiten. Vaak wordt hierbij het verleden aangehaald, omdat milieuhistorici in het gebruik van stadsmest een ecologische symbiose zien tussen stad en platteland. In deze lezing toon ik aan dat gesloten nutriëntencycli zelfs in traditionele samenlevingen niet bestonden. De manier waarop de landbouw en de landbouwgemeenschap gestructureerd was, oefende immers een cruciale invloed uit op de agrarische praktijken en op de vraag naar mest. Deze historische casestudy maakt duidelijk dat een duurzame circulaire economie in de agrovoedingssector niet enkel afhangt van het zo goed mogelijk sluiten van kringlopen. Evenwichtige sociale verhoudingen doorheen de waardeketen van nutriëntenrecyclage moeten gegarandeerd worden met een faire verdeling van risico’s, kosten en baten onder alle betrokken actoren.

Ranjith Jayasena Amsterdam gebouwd op afval
Amsterdam had al sinds de 15de eeuw te maken met een afvalproblematiek. Afval verdween op straat, in de grachten en tal van andere plaatsen waaraan het stadsbestuur, zoals te lezen in de sinds 1413 uitgevaardigde keuren, paal en perk wilde stellen. Vanaf de 16de eeuw ging het stadsbestuur afval praktisch inzetten bij het ophogen van terreinen en ook voor de aanleg van eilanden in de Amstel en het IJ werden eind 16de- en midden 17de eeuw grote hoeveelheden stadsafval gebruikt. Archeologisch onderzoek heeft laten zien hoe de op de tekentafel ontworpen stadsuitbreidingen in de praktijk van het grondwerk werden uitgevoerd. Het stadsafval waarop het 16de- en 17de-eeuwse Amsterdam werd gebouwd is meer is dan een willekeurig residu, maar een directe afspiegeling van het gehele spectrum van materiële cultuur in de stad. De aardewerkvondsten laten zien hoe Amsterdam zich op het gebied van handelscontacten, uitwisseling en productie door de eeuwen heen heeft ontwikkeld.

Heidi Deneweth en Ine Wouters Bouwstoffen of afvalstoffen? Hergebruik van bouwmaterialen in het verleden
België genereert jaarlijks 10 miljoen ton bouw- en sloopafval, waarvan nauwelijks iets wordt hergebruikt. Klimaatdoelstellingen noodzaken ons echter om snel werk te maken van recyclage. Merkwaardig genoeg blijkt deze gigantische verspilling van bouwstoffen slechts een fenomeen van de laatste honderd jaar, want voorheen vormde het hergebruik van bouwmaterialen een vast onderdeel van het bouwproces. Deze presentatie zal twee luiken bevatten. Het eerste deel brengt een collage van “historisch hergebruik” in Brugge, Brussel, Amsterdam en Leiden zoals ik dat toevallig tegenkwam tijdens mijn onderzoek naar andere aspecten van de bouwsector. Stedelijke verordeningen, bouwrekeningen, koopcontracten, boedelinventarissen, en vooral archeologisch en bouwhistorisch onderzoek helpen inzicht bieden in de mate en de aard van hergebruik. Het tweede deel biedt een presentatie van ons nieuwe interdisciplinaire project “Re-Building Brussels” waarin historici, architect-ingenieurs en geografen van de VUB de circulaire economie centraal zullen stellen.

Afbeelding: Man die mest op een kar laadt, Harmen ter Borch, 1648. Rijksmuseum Amsterdam, RP-T-1887-A-932(R).

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Create a website or blog at WordPress.com

Up ↑

%d bloggers like this: